Succesvolle politieke lobby archeologie

10 januari 2016
Door Theo Toebosch

Verslag van een geslaagde lobby voor een speciaal fonds voor de uitwerking en presentatie van archeologische vondsten van (inter)nationaal belang. Dit naar aanleiding van de vondst van een prehistorisch grafveld in Dalfsen. Herbert-Jan Hiep was één van de initiatiefnemers. Door Theo Toebosch.

‘Kamerleden, u heeft geschiedenis geschreven door te stemmen voor een nationaal archeologiefonds,’ stond 7 december j.l. op de Opiniepagina van de Volkskrant. Vier dagen eerder had de Tweede Kamer ingestemd met een amendement dat een speciaal fonds voor de uitwerking en presentatie van archeologische vondsten van (inter)nationaal belang mogelijk maakt. Voor het zo ver was, is er door archeologen flink gelobbyd, blijkt uit een reconstructie van de gang van zaken. Zoals zo vaak bij historische doorbraken begon het in een restaurant. In dit geval kan Chinees Specialiteiten Restaurant Tai Soen in de geschiedenisboeken.

Vondsten in Dalfsen

Katalysator van alles was de vondst eerder dit jaar van het Trechterbekergrafveld bij Dalfsen. De ontdekking haalde niet alleen de pers door het feit dat nooit eerder zo’n groot en rijk grafveld uit die tijd was ontdekt, maar ook omdat duidelijk werd dat er voor de wetenschappelijke uitwerking van de vondst geen geld was.

Archeologisch Nederland toonde zich verontrust en kwam op verschillende manieren in actie. Archeologie 3.0, een podium dat zich ook over andere ontwikkelingen in de archeologie zorgen maakte, organiseerde een goed bezochte bijeenkomst in Amersfoort, er kwam een opiniestuk in Trouw en er werd nagedacht over de oprichting van een stichting à la het Cuypersgenootschap, die los van allerlei verschillende belangen in de Nederlandse archeologie daadkrachtig de stem van de archeologie zou laten horen, eventueel door het voeren van juridische procedures. Een naam was er ook al: Malta ’92, naar analogie van Kunsten ’92.

Naar de Politiek

Maar Herbert-Jan Hiep en Boudewijn Goudswaard hadden het idee dat snel ook politiek Den Haag bespeeld moest worden. De behandeling van de cultuurbegroting in de Tweede Kamer en die van de Erfgoedwet in de Eerste Kamer kwamen er aan. Hiep, initiatiefnemer van De Erfgoedstem, het Nationaal Monumenten-congres en zeer recent de Nationale Archeologiedagen, kende Goudswaard, directeur van het archeologisch adviesbureau The Missing Link, van een borrel bij een wederzijdse vriend uit de archeologie.

Beiden hadden ook politieke contacten. Hiep was vroeger campagneleider van D66 geweest en had het nummer van fractieleider Pechtold nog steeds in zijn mobiele telefoon, en Goudswaard, die zichzelf ‘zeer links’ noemt, had een VVD-verleden. Hiep stelde voor om ook Sandra Beckerman, een paar weken eerder gepromoveerd aan de Rijksuniversiteit Groningen, erbij te vragen. Hij had haar op de bijeenkomst van Archeologie 3.0 ook leren kennen als fractievoorzitster van de SP bij Provinciale Staten van Groningen.

Tai Soen, Hoog Catharijne

Utrecht was voor alle drie een mooie centrale plek om af te spreken. Hiep kende uit de tijd dat hij nog bestuurder was bij waterschapspartij Water Natuurlijk een plekje waar ze rustig konden praten: Tai Soen bij Hoog Catharijne.

Beckerman voelde zich van te voren niet helemaal op haar gemak, omdat ze met Goudswaard aan een tafel zou zitten. Ze had hem nog nooit echt gesproken, maar ze kende zijn reputatie in de Nederlandse archeologie: hij verdiende zijn geld door vooral oog te hebben voor de belangen van de projectontwikkelaars, aannemers en andere partijen die met hun bouwprojecten het bodemarchief verstoorden.

Tai Soen op Hoog Catherijne in Utrecht

SP en VVD

Op zijn beurt was Goudswaard benieuwd naar hoe het zou zijn om met een verstokte SP’ster een goed gesprek te hebben. Maar het wonder geschiedde; het klikte. Onder het genot van thee en koffie besloot het drietal dat ze het niet over de verschillen in hun standpunten over archeologie zouden hebben.

Of het archeologische bestel nu wel of niet in grote lijnen werkte, alle drie waren ze het er over eens dat er iets aan mankeerde: archeologische vondsten lieten zich nooit honderd procent zeker voorspellen en er waren bijzondere gevallen denkbaar dat een vondst zo speciaal was dat hij van nationaal en zelfs internationaal belang was.

Strategie

Decentralisatie of niet, in dat geval moest de nationale overheid zijn verantwoording nemen en er voor zorgen dat er genoeg geld was om de bijzondere vondst goed te bestuderen, zodat er geen wetenschappelijke kennis verloren zou gaan. Aangezien er geen bestuurlijke regels waren die dat nu mogelijk maakten, moesten ze gedaan zien te krijgen dat er vanuit de politiek een door de meerderheid van de Kamer gesteunde vraag zou komen.

Daarna was de vraag hoe dat te bereiken. Kort speelden ze met het idee van een ludieke actie; om met een minitentoonstelling van vondsten uit Dalfsen op het Binnenhof te gaan staan en te laten zien wat men zonder extra financiële steun voor wetenschappelijke uitwerking allemaal niet zou weten. Uiteindelijk besloten ze dat het beter en praktischer was om persoonlijk cultuurwoordvoerders van Tweede Kamerfracties te benaderen

De taakverdeling was gemakkelijk. Hiep stuurde een sms-je naar Pechtold, Beckerman benaderde Jasper van Dijk en Goudswaard vroeg en kreeg van Tanja Klip, dijkgraaf, kunsthistorica en lid van het dagelijks bestuur van de VVD-bestuurdersvereniging, die hij kort ervoor bij een congres had ontmoet, een introductie bij VVD-Kamerlid Michiel van Veen.

Ook coalitiegenoot PvdA werd benaderd; Goudswaard is archeologisch adviseur van Dalfsen en PvdA-burgermeester Han Noten kon hem helpen aan het telefoonnummer van Kamerlid Mei Li Vos, die wetenschapsbeleid in haar portefeuille had. 

Achterbank

Pechtold belde Hiep terug en vroeg hem een en ander op papier te zetten. Van Dijk hoefde niet echt overtuigd te worden, want de SP had al eerder (tevergeefs) moties ingediend voor meer geld voor archeologie. Mei Li Vos vertelde Goudswaard telefonisch, terwijl haar dochter op de achterbank van de auto zat, dat geld uit de cultuurbegroting halen moeilijk zou worden en dat de archeologen meer kans zouden maken bij wetenschap.

In een tweede gesprek in café Zeijn in Utrecht vroeg ze om de kwestie op een A4’tje te zetten, zodat ze die aan cultuurwoordvoerder Jacques Monasch kon geven. Van Veen ontving Goudswaard en Hiep in Den Haag, en ook hij liet weten dat er bij cultuur geen geld was.

Toch verlieten Hiep en Goudswaard Den Haag niet teleurgesteld. Er bleek een band te zijn tussen Van Veen, die vanaf 2010 wethouder in Cuijk was geweest, en Goudswaard, die tussen 1991 en 1993 betrokken was geweest bij de opgraving van de Romeinse brug bij Cuijk. Verder hadden ze het gevoel dat ook Van Veen vond dat het in Dalfsen wel volgens de regels maar niet goed was gegaan.

Massagewerk

Het massagewerk werd voortgezet door het sturen van opiniestukken en artikelen uit de pers, waaronder mijn artikel voor TET over Dalfsen (Dalfsen, wat u straks niet hebt). Op de Reuvensdagen, het nationale congres van de Nederlandse archeologie, werd tijdens een sessie over Dalfsen een oproep gedaan om de betrokken Kamerleden het weekeinde voor de vergadering met e-mails te bestoken.

Aan die vraag werd zo massaal gevolg gegeven dat Mei Li Vos op een gegeven ogenblik vroeg of er alsjeblieft geen berichten meer gestuurd zouden worden; de boodschap was overgekomen.

Intussen was vanuit Den Haag aangegeven dat geld uit de cultuurbegroting halen meer kans van slagen had dan om nog iets via de Erfgoedwet te regelen. Vandaar dat de SP in de persoon van Ronald van Raak, die Jasper van Dijk verving, bij de behandeling van de begroting van OCW op 30 november een nieuwe kans waagde en een motie indiende:

Motie Pechtold

‘De Kamer, gehoord de beraadslaging, overwegende dat gemeenten niet altijd de middelen hebben om unieke archeologische vondsten op zorgvuldige wijze te beheren; verzoekt de regering, in overleg met de beroepsgroep tot een voorstel te komen voor een fonds voor de wetenschappelijke uitwerking en presentatie van archeologische ontdekkingen van internationale en nationale waarde, en gaat over tot de orde van de dag.’ Was getekend en ingediend door Van Raak, Pechtold, en – onverwachts – Van Toorenburg van het CDA. Ondanks dat minister Bussemaker de motie had ontraden, stemden ook PvdA en VVD ervoor dat de motie tijdens de beraadslagingen van 8 december aan de orde zou komen.

Terwijl Hiep, Goudswaard en Beckerman zich klaar maakten om de betrokken Kamerleden in de week die restte nog een keer te spreken, kregen ze op 2 december ineens te horen dat de volgende dag de vergadering hervat zou worden. Er zou politiek het een en ander aan de hand zijn.

Snel stuurde Hiep nog aan alle betrokken partijen een tekst voor een nieuwe motie, omdat ‘jullie allemaal van mening zijn dat iets moet gebeuren aan situaties als Dalfsen’ en omdat hij gehoord had dat er bereidheid bestond om de tekst van de motie Van Raak Toorenburg en Pechtold zo aan te passen dat die ook voor VVD en PvdA aanvaardbaar zou zijn. In Hieps voorstel werd daarom niet om een fonds gevraagd maar om ‘financieringsinstrumenten’. 

Voet tussen de deur

Uiteindelijk kwam er geen motie aan te pas, want VVD en PvdA, die op 30 november een voorstel hadden ingediend om 13,5 miljoen euro uit het Gemeentefonds over te hevelen naar cultuur, hadden onderhandeld met de andere partijen. Na een gesprek tussen Pechtold en Rutte steunde D66 het nieuwe belastingplan van de regering op het laatste moment toch. Daar stond tegenover dat een greep in het Gemeentefonds niet nodig was; Pechtold had namelijk nog 10 miljoen euro op de begroting voor Economische Zaken gevonden die naar cultuur kon worden overgeheveld.

Daarvan zou dan 250.000 euro bestemd zijn voor een archeologiefonds, ‘waar gemeenten aanspraak op kunnen maken voor het dekken van de extra kosten die samenhangen met de opgraving, wetenschappelijke uitwerking en publiekspresentatie van uitzonderlijke archeologische vondsten van (inter)nationaal belang’. De SP trok daarop zijn motie in en liet samen met D66 aan de VVD de eer om een amendement in te dienen. Met een reden: op deze manier hoefde de coalitie geen gezichtsverlies te leiden en een motie van de oppositie uit te voeren.

Hiep, Goudswaard en Beckerman zijn tevreden dat het de Nederlandse archeologie gelukt is om in politiek Den Haag een voet tussen de deur te krijgen. Maar het is pas een begin: het bedrag van 250.000 euro is hun ogen te laag, ze denken zelf eerder aan 2 tot 2,5 miljoen euro. En ze moeten ook nog voor elkaar krijgen dat het fonds geen eenmalig iets is. En sowieso kan het geen kwaad om rechtstreeks contact te blijven zoeken met de Haagse politici, zeker ook straks, als er na verkiezingen mogelijke nieuwe Kamerleden zijn die over archeologie beslissen. Als dat niet gebeurt zullen archeologen later opnieuw op zoek moeten naar een etablissement om te praten over hoe gehoord te worden in Den Haag.

Deze reconstructie is gebaseerd op geschreven bronnen en gesprekken met Herbert-Jan Hiep, Boudewijn Goudswaard en Sandra Beckerman. Door Theo Toebosch

Dit artikel verscheen eerder op http://www.toeboscheigentijdschrift.nl

http://www.toeboscheigentijdschrift.nl/archeologie/samenloop+van+lobby+en+politiek+spel/